Valks gebruik van fotografie, deel 2

door Caroline Roodenburg

Naast de geschilderde portretten van beeldend kunstenaars die Hendrik Valk op foto’s uit kranten of boeken baseerde, nam hij ook voor enkele schilderijen van beroemde musici bestaand beeldmateriaal als uitgangspunt.

Van zijn bekende portret van de pianist Arthur Rubinstein (1887-1982) uit  1975 – waarvan later ook een zeefdruk is gemaakt – [afbeelding 1 hiernaast] heb ik de ultieme bronfoto helaas nog niet kunnen traceren, al circuleren op internet diverse foto’s en filmpjes van de oude Rubinstein aan de piano.

De overeenkomst met de door Valk gestileerd weergegeven pianist is soms treffend, maar zoals ik al zei, nergens exact. Voor wie echter Rubinstein ooit live zag optreden, geeft de karakterisering van zijn houding en uitstraling in Valks zeefdruk onmiskenbaar een schok van herkenning.

Ook bij Valks beeltenis van de markante Britse dirigent Leopold Stokowski (1882-1977) uit 1972 [afbeelding 2] – destijds een eveneens een beroemdheid – is de precieze foto niet te vinden. Maar wie de film still ziet waarop Stokowski een concert van Tsjaikowsky dirigeert [afbeelding 3] is geneigd te denken dat die foto kort voor of na dit moment is genomen.

afbeelding 2

afbeelding 3

Van Valks schilderijtje Mengelberg dirigeert (1938) [afbeelding 4] heb ik onlangs wél op internet de precieze bron teruggevonden [afbeelding 5]. Hierin zijn niet alleen de pose, maar ook de gelaatstrekken van de toenmalige dirigent van het Concertgebouworkest exact te herkennen in de minimaal aangegeven lijnen en gestileerde contouren van Valks ‘klare’ stijl.

De foto toont, evenals het portret, een karakteristieke pose van Willem Mengelberg (1871-1951), al komen in dit geval diens expressieve oogopslag en mond op het schilderij wat minder sterk naar voren. Dat is dan weer een nadeel, en ook niet helemaal sportief tegenover de schilder, als je bron en resultaat zo direct met elkaar kunt vergelijken. 

   Ik had overigens Valks schilderij al eerder aan een foto van Mengelberg gekoppeld (vermoedelijk tijdens hetzelfde concert genomen) [afbeelding 6], toen ik het werk onderzocht in verband met een vervalsing die rond 1990 opdook en in 1994 op een veiling werd aangeboden [afbeelding 7].

Het gaat om een iets grotere, gespiegelde kopie van Valks schilderij, waarbij de maker ook enkele details veranderde. Zo is het haar van de dirigent donkerder gemaakt en de lessenaar rood gekleurd. Maar de verrassendste aap komt uit de mouw bij de titel, want het schilderij werd aangeboden als een portret van Eduard van Beinum  (1900-1959), de dirigent die Mengelberg bij het Concertgebouworkest opvolgde!  

 Hier overspeelde de vervalser zijn hand, want natuurlijk zou Valk nooit twee keer hetzelfde portret schilderen, met alleen een iets andere haarkleur, als hij twee verschillende persoonlijkheden, allebei in hun meest typerende pose, zou willen portretteren. Juist in het weergeven van houding en details, zo bewijst ook zijn gebruik van foto’s, bleef Valk dichtbij de werkelijkheid. De vervalsing wordt ten slotte ontmaskerd (nog afgezien van de aantoonbare afwijkingen in verfstreek en handschrift) door de vergelijking met een foto van Van Beinum zelf [afbeelding 8].

Deze dirigent is niet alleen een heel ander type, maar houdt ook zijn bâton in zijn rechterhand vast, en niet met links, zoals op de pseudo-Valk. 

Bij portretten van familie, vrienden of bekenden, of bij opdrachten, gebruikte Valk bij voorkeur géén foto’s en stond hij erop dat het model daadwerkelijk poseerde – niet voor niets was hij op de Arnhemse academie ‘Kunstoefening’ ook docent modeltekenen.

Voor Valk was het voorts van belang dat hij een band met de geportretteerde had, dat degene zich op z’n gemak voelde en bij het poseren niet heel stijfjes probeerde te blijven zitten. Een acteur, met wie het ijs niet wilde breken, gaf hij een goed toneelstuk in handen om eruit voor te dragen, en de man kwam tot leven. Toch is er ook hier een uitzondering. Een foto waarop zijn vader H.J. Valk sr. (1863-1939) – zelf ook een professioneel ontwerper-tekenaar – in karakteristieke werkpose achter zijn bureau zit [afbeelding 9], gebruikte Valk voor verschillende versies van diens portret,. in 1924, 1942 en later. De foto is niet precies overgenomen, maar diende wel als geheugensteuntje. De laatste twee keer was een geheugensteuntje vanzelfsprekend, omdat Valk sr. inmiddels was overleden. De vergelijking tussen foto en het getekende – inmiddels wat vlekkerige – portret laat zien, hoe precies Valk vooral de houding van zijn vader stileerde [afbeelding 10].

Werner Bischof, na de oorlog een rijzende ster van het beroemde Magnum-fotoagentschap, werd in 1951 als reportage-fotograaf uitgezonden naar de Korea-oorlog, maar raakte tijdens zijn reis door Azië veel meer onder de indruk van Japan, waar hij een jaar bleef. Deze oosterse cultuur, die ondanks de toenemende westerse invloed nog erg traditioneel was, fascineerde hem. Ook de Japanse verering voor de natuur, in gestileerde vorm, viel hem op. Zo maakte hij in de stille tuinen rond de tempel van keizer Meji, midden in het drukke Tokio, naar zijn gevoel de ‘ultieme’ foto van Japan. Tijdens een sneeuwbui legde hij voorbijlopende shinto-priesters vast tegen het decor van hoge dennenbomen. ‘Nu heb ik hèt beeld van Japan’, schreef Bischof aan zijn vrouw. Niet alleen de volgens Bischof ‘adembenemende schoonheid’ van de gestileerde boomsilhouetten, maar ook de strak geordende  compositie waarin de priesters als zetstukken langs een lage tuinmuur lopen, maken het tot een rijke foto, die ten slotte nog verlevendigd wordt door de dwarrelende sneeuwvlokken. 

Valk, die zelf nooit in Japan was geweest, maar zeker verwantschap moet hebben gevoeld met de verfijnde eenvoud en de natuurbeleving van de Japanse cultuur, deed iets opmerkelijks: hij vertaalde Bischofs fotografische beeld naar een schilderij in Valkstijl, waarbij hij het sterk gestileerde karakter van de compositie benadrukte. Alweer gebruikte hij het kunstenaarsoog van een fotograaf om in zijn werk dichtbij de essentie van de werkelijkheid te komen. Maar in dit geval ging die ontlening verder dan bij Valks portretten. Ditmaal maakte hij zijn schilderij ook als eerbetoon aan de fotograaf Bischof.

Afbeeldingen

afbeelding 1: Hendrik Valk, Arthur Rubinstein, 1975 (zeefdruk uit 1986)

Particuliere collectie

afbeelding 2. Hendrik Valk, Leopold Stokowski, 1972

Particuliere collectie

afbeelding 3. Film still uit Leopold Stokowski conducts Tchaikowsky

afbeelding 4. Hendrik valk, Mengelberg dirigeert, 1938

Particuliere collectie

afbeelding 5. Willem Mengelberg in het Concertgebouw, z.j. (fotograaf onbekend)

afbeelding 6. Willem Mengelberg in het Concertgebouw, z.j. (fotograaf onbekend)

afbeelding 7. Schilderij in de stijl van Hendrik Valk, als De dirigent Eduard van Beinum, 1938

Verblijfplaats onbekend

afbeelding 8. Eduard van Beinum dirigeert, z.j. (fotograaf onbekend)  

afbeelding 9. Hendrik Johannes Valk sr., ca. 1920

Privé foto familie Valk

afbeelding 10. Hendrik Valk, Mijn Vader, 1924 (waterverf en inkt)

Museum De Lakenhal, Leiden

afbeelding 11. Werner Bischof, Tuinen van de Meji Tempel, Tokio, 1951

afbeelding 12. Hendrik Valk, Winter in Japan, 1961

Particuliere collectie